Hoe wordt een grasrobot geïnstalleerd?

Alvorens je met de effectieve installatie begint, bereid je jouw terrein voor. Dit houdt in dat je het gras nog een laatste keer met een gewone maaier moet afrijden en dat je eventuele putten opvult met aarde. Zo voorkom je waterschade door regenplassen.

Vervolgens ga je de locatie van het laadstation bepalen. Zorg ervoor dat minstens twee meter vrije inrijruimte is voor jouw grasrobot en dat deze gelegen is op een vlakke ondergrond zonder scherpe objecten. Het is ook handiger om een plaats te kiezen die dicht bij een stopcontact ligt. Je kan eventueel ook kijken waar het laadstation het zicht in jouw tuin het minst verstoort. Eenmaal je dan de plaats bepaald hebt, kan je jouw robotmaaier beginnen opladen.

De volgende stop hangt af van welk model je juist gekozen hebt. Ben je gegaan voor een model met grensdraad, dan leg je deze aan in het gazon. Dit kan je doen door middel van een kantensteker of krammen. Je positioneert deze draad langs de randen van jouw grasperk en rond planten of voorwerpen die de robot niet mag aanraken. Eenmaal alle draad correct is gelegd, verbind je de grensdraad met het laadstation en kan je jouw robotmaaier beginnen instellen.

Heb je echter gekozen voor een grasrobot zonder draad, dan kan je direct beginnen met het instellen van jouw robotmaaier. Dit gebeurt onder andere door samen met jouw robot de grenzen van het te maaien terrein af te gaan.

Het installeren van een robotmaaier kan dus moeizaam verlopen als je hier geen ervaring mee hebt. Daarom staan er ervaren installateurs bij Van Diest tot jouw beschikking om dit proces zo vlot mogelijk te laten verlopen.